Kraamtijd
De eerste 10 dagen na je bevalling heet de kraamtijd. In deze periode ondersteunen en begeleiden de verloskundige en kraamverzorgende jou en de rest van je gezin. De kraamverzorgster zal elke dag bij jou, maar ook bij jullie kindje(s) de controles uitvoeren. Daarnaast zal de kraamverzorgster jullie begeleiden bij de voeding en verzorging van jullie kindje. Zij zal er ook voor zorgen dat er rust en regelmaat gaat zijn zodat je goed kunt herstellen.
De verloskundige is de medisch eindverantwoordelijke, de kraamverzorgster kan dan ook te alle tijde overleggen met de verloskundige.
Wanneer komt de verloskundige bij jou langs in de kraamtijd?
- Binnen 24 uur na de bevalling of na thuiskomst uit het ziekenhuis.
- Op de 3e / 4e dag na de bevalling, tenzij je nog in het ziekenhuis ligt. We zullen dan ook de hielprik verzorgen. Link https://www.pns.nl/hielprik
- Rond dag 7/8 zullen wij weer langskomen.
- Indien nodig zullen wij later nogmaals langskomen.
Tot 6 weken na de bevalling ben je kraamvrouw. In deze periode gebeurd er veel. Je bent moeder geworden en bent aan het herstellen van je bevalling. Dit kan lichamelijk, emotioneel en sociaal veel met je doen. Neem hier dan ook rustig de tijd voor. Vooral de eerste 2 weken zul je merken dat hierin veel gebeurd.
Mocht je tijdens deze kraamtijd nog vragen hebben, dan kun je ons altijd bereiken op het mobiele nummer: 06 – 42 42 13 00. Ook als je na deze periode nog klachten of zorgen hebt met betrekking tot de zwangerschap of bevalling blijven we natuurlijk altijd nog bereikbaar!
Ongemakken tijdens de kraamtijd
Tijdens de kraamweek kun je tegen verschillende ongemakken aanlopen:
- Bloedverlies: dit kan tot ongeveer 6 weken na de bevalling zijn. Gedurende de eerste dagen ook stolsels verliezen, deze kunnen ter grootte van een sinaasappel zijn. Mocht je dit verliezen en het bloedverlies is daarna normaal/stabiel dan hoef je hier verder niets mee te doen. Bij twijfel altijd bellen!.
- Stuwing: Rond dag 3-5 kun je stuwing ontwikkelen. Je borsten worden voller en zwaarder. Wanneer je geen borstvoeding geeft kun je het beste een strakke bh aan trekken en je borsten koelen, paracetamol mag je voor de pijn altijd pakken. Bij borstvoeding kun je door je kindje veel te laten drinken en een goede BH aan te trekken sneller door de stuwingsfase heen komen.
- Naweeën: De eerste paar dagen na de bevalling kun je naweeën ervaren. Dit is vervelend, maar wel belangrijk. Deze zorgen ervoor dat je baarmoeder weer klein wordt, net als voor je zwangerschap.
- Ontlasting: Een heikel punt, maar wel heel belangrijk. De eerste keer ontlasting krijgen na de bevalling kan spannend zijn. Neem hier rustig de tijd voor. Indien dit niet lukt en je op dag 4-5 nog geen ontlasting hebt gehad, zullen we je hier adviezen voor geven.
- Emoties: een spannende, bijzondere en nieuwe periode breekt aan. Emotioneel gebeurd er veel. Op dag 5 komen we vaak de “babyblues” tegen. Dit is heel normaal. Je huilt dan soms maar weet eigenlijk niet waarom. Blijf vooral praten en geef emoties de ruimte.
- Urineverlies: Na je bevalling waarin lichamelijk veel gebeurd is. Kun je last hebben van urineverlies. Je voelt niet altijd goed dat je moet plassen en hierdoor kun je soms net te laat zijn. In de komende weken komt dit steeds meer terug. Indien je op de nacontrole hier nog steeds last van hebt zullen wij jou doorverwijzen naar een bekkenbodemtherapeut.
Borstvoeding
Het geven van borstvoeding heeft voor zowel voor jou als je baby voordelen. Door regelmatig aan te leggen en goed je rust te creëren zal de melkproductie sneller van start gaan. Helaas gaan borstvoeding niet altijd vanzelf, de kraamverzorgster en de verloskundige zullen jou hierin zo goed mogelijk begeleiden. Indien nodig kunnen we altijd de hulp van een lactatiekundige inschakelen. Link
Flesvoeding
Hebben jij en je partner gekozen voor flesvoeding dan is het goed om te kijken naar welke flesvoeding je wilt gaan geven en welke fles. Op het moment dat je thuis bevalt zal in overleg met de verloskundige gekeken worden met welke hoeveelheid je start. Mocht je in het ziekenhuis bevallen dan zal daar de eerste start gemaakt worden. Flesjes kun je van te voren al uitkoken, maar kun je ook doen zodra je thuis komt. Als je thuis bent bevallen, zal de kraamzorg deze taak op zich nemen.
De baby
Tijdens de kraamtijd wordt de ontwikkeling van jou en van jullie pasgeboren baby nauwlettend gevolgd. Dit doen wij en de kraamzorg onder andere als volgt:
- Wegen: De kraamverzorgster zal de baby elke dag wegen. In de eerste paar dagen zul je mogelijk zien dat je kindje afvalt dit is heel normaal. Dit komt doordat voeding vaak nog niet goed genoeg op gang is en baby’s hierdoor nog niet veel binnen krijgen. De kraamverzorgster zal samen met de verloskundige kijken of je kindje niet teveel af valt. Ze mogen max 10% van hun geboorte gewicht kwijtraken.
- Lichaamstemperatuur: Baby’s verliezen sneller hun warmte doordat ze weinig vet hebben en een relatief groot hoofd t.o.v. hun lichaam. Daarom zal de kraamzorg de eerste paar dagen elke keer wanneer de luier verschoond wordt ook de temperatuur meten, totdat dit stabiel is en daarna zal de frequentie minder worden.
- Hielprik: 72 uur na de geboorte zullen wij thuis de hielprik uit voeren. We nemen dan een beetje bloed af uit het hieltje en zullen dit opsturen naar het lab. Hier wordt gekeken of jullie kindje geen stofwisselingsziekte heeft. Meer informatie over de hielprik en de gehoortest.
Consultatiebureau
Rond dag 10 in de kraamtijd, zal de wijkverpleging langs komen om de gehoortest af te nemen en meer te vertellen over de werkzaamheden van het consultatiebureau. Zij zullen vanaf nu de zorg van jullie kleintje over gaan nemen en hier kan je naartoe voor o.a. de vaccinaties en om de groei van jullie kindje te volgen.
Nacontrole
6 weken na de bevalling is er de mogelijkheid voor een nacontrole bij ons op de praktijk in Valkenburg of Katwijk. Wij zullen tijdens dit consult de gehele periode nog met je doornemen. Heb je nog vragen over je bevalling, jouw herstel of zijn er zaken onduidelijk, dan bespreken we dit. Maar ook voor feedback is dat het moment om die met ons te bespreken.
Geboorte aangifte
De vader/ partner, is verplicht tot het doen van de geboorteaangifte. De moeder is bevoegd tot aangifte. Als er geen vader/partner is, of hij/zij kan geen aangifte doen, dan ligt de plicht tot aangifte van de geboorte bij degene die bij de geboorte aanwezig is geweest. Als dit niet kan, gaat de verplichting over op de bewoner van het huis of het hoofd van een ziekenhuis waar het kind geboren is. Bij het ontbreken van de bevoegde of verplichte personen of wanneer er helemaal geen aangifte wordt gedaan, wordt door of namens de burgemeester van de plaats waar de baby is geboren, aangifte gedaan.
Geboorteakte
Van de geboorte wordt een akte opgemaakt die wordt opgenomen in de registers van de burgerlijke stand. De geboorteakte is een authentieke akte die wordt opgemaakt door een ambtenaar van de burgerlijke stand. Deze akte is het bewijs dat een persoon geboren is.
Extra informatie over de geboorte aangifte:
De keuze van de achternaam
Tegenwoordig mogen ouders zelf bepalen welke achternaam de kinderen krijgen
Niet getrouwd of geregistreerd partner?
Als de moeder niet getrouwd is of geen partnerschap heeft laten registreren, lees dan ook de informatie over erkenning van het geboren kind en de naamskeuze.
Let op
Als de ambtenaar van de burgerlijke stand twijfelt aan de juistheid van de aangifte kan hij vragen om een verklaring van de arts of verloskundige die de bevalling heeft begeleid.
Wat moet je meenemen naar de geboorte aangifte?
Een geldig Nederlands paspoort of een geldige Nederlandse identiteitskaart
Als u geen Nederlander bent: documenten waarover u ingevolge de Vreemdelingenwet moet beschikken ter vaststelling van uw identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie
Eventueel een erkenningsakte ongeboren vrucht of een trouwboekje
Eventueel een akte van naamskeuze